Bioasfalt: droom of werkelijkheid?

Wegenbouw en pulpproductie voor papier/karton hebben niets met elkaar te maken. De eerste gebruikt grondstoffen grind en zand voor asfalt, de laatste bomen. Verschillender kan eigenlijk niet. Dat zou in de toekomst wel eens anders kunnen worden.

Als bindmiddel in asfalt fungeert een uit aardolie gewonnen product bitumen, lignine vervult in de boom dezelfde functie. Deze functie overeenkomst is opmerkelijk. Vraag, zou je de tot nog toe gebruikte bitumen kunnen vervangen door lignine? Je zou er wel een paar problemen mee oplossen. Bitumen, een verbinding van een aantal koolwaterstoffen, is milieu- en gezondheid technisch gezien geen optimale oplossing. Toch wordt er per jaar circa 400.000 ton in onze wegen verwerkt. Lignine, een reststof uit de pulpproductie voor papier/karton, lijkt over dezelfde verbindende eigenschappen te beschikken en is op milieu- en gezondheidsgebied veel minder risicovol. Additioneel voordeel is dat asfalt met lignine als bindmiddel zich op veel lagere temperatuur, 95 graden in plaats van 140-150 graden, laat verwerken: energie besparing. Zeker wel! Er is een overvloed van lignine bij de pulpproductie, waarvoor men een duurzame toepassing zou toejuichen. Wel moet het asfalt natuurlijk dezelfde eigenschappen behouden, qua sterkte, weersbestendigheid en degelijkheid. Gescheurd of afbrokkelend asfalt zit niemand op te wachten.

Toekomst muziek? Nee, de Universiteit Wageningen heeft al een onderzoek lopen naar het vervangen van bitumen door lignine en welke hoeveelheden het beste resultaat zullen geven. De eerste proefstukken asfalt liggen er ook al: een fietspad op de campus van de Universiteit van Wageningen en in Sas van Gent licht al een stuk wegdek. Verder onderzoek moet uitwijzen hoeveel bitumen vervangen kan worden door lignine. Maar dat er bioasfalt (aan dit woord moet u misschien even wennen) komt is zeker.

Even filosoferen, asfalt met lignine gewonnen uit PEFC bomen moet dan het PEFC keurmerk krijgen?  of… Nou ja, denk er maar over na.

 

Blog geschreven door Patricia Dolman, Marketing & Communicatie PEFC Nederland.